Afgelopen week hoorde ik het verhaal van een leerling uit groep 7. Deze leerling was enigszins teleurgesteld in zijn cijfer voor topografie. Hij had een 7, maar had zo hard gewerkt om een 8 te halen. Bij een 8 namelijk mocht hij thuis kiezen wat ze zouden gaan eten, zo was hem beloofd. (en hij had in zijn hoofd al gekozen voor spareribs.)
Externe prikkel
Maar al te vaak worden kortdurende externe prikkels ingezet als vorm van aanmoediging om je best voor iets te doen. Dit doen we als ouders met de beste bedoelingen, ons niet bewust van het mogelijke onbewuste negatieve effect ervan. De tegenhanger van belonen is straffen, en onbewust voelde deze jongen zich gestraft en voelde hij zich teleurgesteld. Immers in zijn ogen had hij gefaald, ondanks dat dit zijn hoogste cijfer van dit jaar was voor zijn topotoetsen.
Interne prikkel
Wat zou er zijn gebeurd als we een waardering uitspreken i.p.v. een beloning. In bovenstaande voorbeeld: “Ik heb gezien dat je heel hard hebt geoefend voor je topografie toets. Ik ben er trots op dat je dit hebt gedaan, met als resultaat een mooie 7! Weet je wat.. Jij mag morgenavond kiezen wat we gaan eten!” Deze leerling voelt zich gewaardeerd om wat hij heeft gedaan, namelijk hard werken. Hij voelt zich trots op zijn cijfer en mag ook nog eens het eten kiezen als de ultieme BELONING!
Geheid dat hij voor de komende toets weer zijn best gaat doen, zonder dat hiervoor direct een beloning (en met het risico van een straf) aan gekoppeld moet worden. De trots, het gevoel dat iets is gelukt en de waardering, is de interne prikkel om het op dezelfde manier te gaan doen! Dat is wat we als ouders willen stimuleren toch?!